De linker krabbenscheer in vijverwater, de rechter in regenwater.
Beide na 3 weken.

 

De groene glazenmaker

De groene glazenmaker is een libelle die alleen in de buurt van krabbenscheer voorkomt. De vrouwtjes zetten de eipakketjes alleen op deze plant af. De larven ontwikkelen zich langzaam. Als ze de winter overleven, sluipen de volwassen dieren pas in de volgende zomer uit hun huid.

Veenplas

In de veenplas van de Heimanshof verschijnt en verdwijnt de krabbenscheer ieder jaar.  Krabbenscheer is een periodiek drijvende plant die in het Nederlandse laagveengebied massaal kan voorkomen in sloten en plassen. De plant is afhankelijk van ondiep, helder water.

Winter en voorjaar

In de winterperiode ligt de plant op de bodem. Als de zon in het voorjaar de bodem bereikt, neemt de plant koolzuur op uit het water, en maakt daar zuurstof van. De zuurstof wordt opgeslagen in het bladweefsel. Hierdoor gaat de plant drijven. Bladeren die boven water komen halen koolzuur uit de lucht. Dat gaat veel makkelijker. Op dat moment begint de plant sterk te groeien. Waar krabbenscheer massaal voorkomt, verandert de onderwaterbodem op den duur in een koolzuurrijk en nutrientenarm papje. Zo creëert deze plant een wereld die fijn is voor zijn soortgenoten. Maar ook anderen zijn welkom in deze wereld. Tussen de bladeren van krabbenscheer leven allerlei insecten. Naast de kieskeurige groene glazenmaker beschermt en voedt de krabbenscheer andere libellen, muggen, spinnen, en torren. Ook vindt de Zwarte stern het fijn om een nest te bouwen op een drijftil van krabbenscheer, veilig voor vierpotige roofdieren.

In de Flora van Jan Kops (1807) staat geschreven onder “Gemeene Krabbe-schaar”:

“De Plant voedt eene menigte Insecten. Men moet uit hoofde van de stekelige bladen zich wachten, blootvoets te gaan in Slooten, waarin zy groeijen. Zy is gemakkelyk in Vyvers over te brengen.”

Waterkwaliteit

In de vijver van  de Heimanshof blijkt het niettemin niet zo makkelijk om de krabbenscheer in leven te houden. We smokkelen. Als in het voorjaar geen krabbenscheer omhoog blijkt te komen, is er altijd wel een natuurliefhebber die vanuit een privétuin hulp biedt. De kans dat we op die manier de groene glazenmaker te zien krijgen is erg klein. Dit heeft ongetwijfeld te maken met de waterkwaliteit in de veenplas.

Als we kijken naar de planten rond de veenplas, valt op dat de Dodemansvingers het hier goed doet. (Deze giftige schermbloemige bloeit uitbundig aan de oostzijde van de brug.) Dit kan te maken hebben met zout kwelwater. Dodemansvingers houdt van deze kwel. Via de Hoofdvaart wordt zoute kwel uit de polder afgevoerd. Vanwege de droogte gebruiken wij dit water ook in onze veenplas. Het is mogelijk dat de vijver hierdoor iets brak wordt.  Ook lokale kwel kan een rol spelen, omdat de bodem van de veenplas erg ongelijk is. Dat merk je als je er doorheen loopt.

We zijn bezig met het verbeteren van de drainage in de tuin. We zorgen ervoor dat er minder plassen staan in de winter, maar ook dat regenwater in de zomer niet afvloeit naar het riool, maar wordt vastgehouden door ons grootste waterlichaam, de veenplas. Als dat lukt, hoeven we geen water vanuit de Hoofdvaart op te pompen via de fontein. Hopelijk verzoet de plas en komt de krabbenscheer in het voorjaar vanzelf omhoog. Daarna komt ook de groene glazenmaker. Blootsvoets door de blubber lopen mag dan niet meer.

Meer van 'Onder de Loep'

Oudere artikelen van 'Onder de Loep'